FluentFiction - Dutch

Cycling in Heels: A Tale of Determination and Joy

FluentFiction - Dutch

13m 41sDecember 16, 2023

Cycling in Heels: A Tale of Determination and Joy

1x
0:000:00
View Mode:
  • Boven een klein huis in hartje Amsterdam kwam de zon op.

    Above a small house in the heart of Amsterdam, the sun rose.

  • Daan was wakker.

    Daan was awake.

  • Zijn hart was blij.

    His heart was happy.

  • Vandaag was bijzonder.

    Today was special.

  • Hij had een plan.

    He had a plan.

  • Daan hield van fietsen.

    Daan loved cycling.

  • Zijn fiets was zijn lievelingsding.

    His bike was his favorite thing.

  • Maar er was iets dat Daan nog nooit had gedaan.

    But there was something Daan had never done before.

  • Op hoge hakken fietsen.

    Cycling in high heels.

  • Hij keek naar de hakken.

    He looked at the heels.

  • Ze waren groot en hoog.

    They were big and high.

  • Maar Daan was niet bang.

    But Daan wasn't afraid.

  • "Hup, Daan," zei hij tegen zichzelf, "je kunt het.

    "Come on, Daan," he said to himself, "you can do it."

  • " Hij trok de hakken aan.

    He put on the heels.

  • Ze waren wiebelig, maar hij bleef staan.

    They were wobbly, but he stayed standing.

  • Daan was klaar.

    Daan was ready.

  • Met zijn fiets daalde hij de trap af en begon te trappen.

    He descended the stairs with his bike and started pedaling.

  • Maar zijn voeten glipten.

    But his feet slipped.

  • Hij viel, maar lachte.

    He fell, but laughed.

  • Het was hard, maar hij gaf niet op.

    It was hard, but he didn't give up.

  • De straten van Amsterdam waren vol.

    The streets of Amsterdam were crowded.

  • Mensen keken naar hem.

    People looked at him.

  • Een jongen op hakken, op een fiets.

    A boy in heels, on a bike.

  • Ze lachten.

    They laughed.

  • Ze wezen.

    They pointed.

  • Maar Daan was blij.

    But Daan was happy.

  • Hij riep: "Kijk!

    He shouted, "Look!

  • Ik fiets op hakken!

    I'm cycling in heels!"

  • " Hij viel nog een keer, en nog een keer.

    He fell again, and again.

  • Maar elke keer stond hij op.

    But every time he got up.

  • De glimlach ging nooit weg.

    The smile never faded.

  • De zon begon te zakken.

    The sun began to set.

  • Amsterdam werd rustiger.

    Amsterdam became quieter.

  • En Daan?

    And Daan?

  • Hij bleef fietsen.

    He kept cycling.

  • Tot er een wonder gebeurde.

    Until a miracle happened.

  • Zijn voeten gleden niet.

    His feet didn't slide.

  • Hij wankelde niet.

    He didn't wobble.

  • Hij viel niet.

    He didn't fall.

  • Hij was aan het fietsen.

    He was cycling.

  • Op hoge hakken.

    In high heels.

  • Door de straten van Amsterdam.

    Through the streets of Amsterdam.

  • Zijn hart juichte.

    His heart rejoiced.

  • Hij riep: "Ik fiets!

    He shouted, "I'm cycling!

  • Ik fiets op hakken!

    I'm cycling in heels!"

  • " En toen was het donker.

    And then it was dark.

  • Maar in het kleine huis in Amsterdam was licht.

    But in the small house in Amsterdam, there was light.

  • Daan zat bij het raam.

    Daan sat by the window.

  • Zijn voeten deden pijn.

    His feet hurt.

  • Maar zijn hart was blij.

    But his heart was happy.

  • Hij keek naar zijn hakken.

    He looked at his heels.

  • Hij had het gedaan.

    He had done it.

  • Gefietst op hoge hakken.

    Cycled in high heels.

  • Daan ging slapen.

    Daan went to sleep.

  • Hij droomde van fietsen.

    He dreamt of cycling.

  • Op hoge hakken.

    In high heels.

  • Door Amsterdam.

    Through Amsterdam.

  • En toen de zon opkwam, was hij nog steeds aan het lachen.

    And as the sun rose, he was still smiling.

  • Want Daan had iets gedaan dat hij nog nooit had gedaan.

    Because Daan had done something he had never done before.

  • En dat maakte hem blij.

    And that made him happy.