FluentFiction - Dutch

Pedaling Through the Canals of Amsterdam: Jan's Journey to Overcome His Fear

FluentFiction - Dutch

14m 40sDecember 20, 2023

Pedaling Through the Canals of Amsterdam: Jan's Journey to Overcome His Fear

1x
0:000:00
View Mode:
  • In het hart van Nederland, in de bruisende stad Amsterdam, woonde Jan.

    In the heart of the Netherlands, in the bustling city of Amsterdam, lived Jan.

  • Hij had een droom.

    He had a dream.

  • Jan wilde fietsen.

    Jan wanted to ride a bike.

  • Maar er was één probleem: hij viel altijd in de gracht.

    But there was one problem: he always fell into the canal.

  • Zijn vrienden, Sarah en Pieter, wilden hem helpen.

    His friends, Sarah and Pieter, wanted to help him.

  • Maar ze wilden niet nat worden.

    But they didn't want to get wet.

  • Op een zonnige dag zei Jan: "Vandaag is de dag.

    On a sunny day, Jan said, "Today is the day.

  • Ik ga fietsen zonder in de gracht te vallen.

    I am going to ride a bike without falling into the canal."

  • " Sarah en Pieter lachten.

    Sarah and Pieter laughed.

  • Ze geloofden het niet.

    They didn't believe it.

  • Maar ze besloten hem te helpen.

    But they decided to help him.

  • Ze gingen mee naar buiten.

    They went outside with him.

  • De straten van Amsterdam waren vol met mensen.

    The streets of Amsterdam were crowded with people.

  • De lucht rook naar verse bloemen.

    The air smelled of fresh flowers.

  • Jan voelde de wind in zijn haar.

    Jan felt the wind in his hair.

  • Hij stapte op de fiets.

    He got on the bike.

  • Hij begon te trappen.

    He started pedaling.

  • Sarah en Pieter renden achter hem aan.

    Sarah and Pieter ran after him.

  • Jan fietste dicht bij de gracht.

    Jan rode close to the canal.

  • Zijn hart klopte in zijn keel.

    His heart was pounding in his throat.

  • Hij begon te wankelen.

    He started to wobble.

  • Hij viel al bijna in de gracht.

    He was almost falling into the canal.

  • Maar op het laatste moment greep Pieter zijn arm.

    But at the last moment, Pieter grabbed his arm.

  • Ze vielen niet in de water.

    They didn't fall into the water.

  • Maar Pieter's schoenen werden wel nat.

    But Pieter's shoes got wet.

  • Hij was een beetje boos, maar hij lachte ook.

    He was a little mad, but he also laughed.

  • Ze probeerden het nog een keer.

    They tried again.

  • En nog een keer.

    And again.

  • En nog een keer.

    And again.

  • Elke keer viel Jan bijna in de gracht.

    Every time, Jan almost fell into the canal.

  • En elke keer werd Pieter een beetje natter.

    And every time, Pieter got a little wetter.

  • Maar ze gaven niet op.

    But they didn't give up.

  • Eindelijk, na vele pogingen, lukte het Jan.

    Finally, after many attempts, Jan succeeded.

  • Hij fietste zonder te vallen.

    He rode without falling.

  • Sarah en Pieter juichten.

    Sarah and Pieter cheered.

  • Ze waren blij maar ook verbaasd.

    They were happy but also surprised.

  • Jan glimlachte.

    Jan smiled.

  • Hij was trots op zichzelf.

    He was proud of himself.

  • Hij had eindelijk zijn droom waargemaakt.

    He had finally made his dream come true.

  • "Dat heb je goed gedaan, Jan" zei Sarah.

    "You did well, Jan," Sarah said.

  • "Ja, je hebt eindelijk leren fietsen.

    "Yes, you finally learned to ride a bike.

  • Maar nu moeten we Pieter drogen," lachte ze en wees op Pieter's natte kleren.

    But now we have to dry Pieter," she laughed and pointed at Pieter's wet clothes.

  • Ze lachten allemaal.

    They all laughed.

  • Ze waren nat maar gelukkig.

    They were wet but happy.

  • Vanaf die dag was Jan nooit meer bang voor de grachten van Amsterdam.

    From that day on, Jan was never afraid of the canals of Amsterdam.

  • En hoewel Pieter af en toe nog nat werd, was hij er altijd om Jan te helpen.

    And though Pieter still occasionally got wet, he was always there to help Jan.

  • Hij wist dat vriendschap belangrijker was dan het droog houden van zijn kleren.

    He knew that friendship was more important than keeping his clothes dry.

  • En Sarah?

    And Sarah?

  • Ze was gewoon blij om deel uit te maken van het avontuur.

    She was just happy to be a part of the adventure.

  • Dus dat is het verhaal van Jan, de jongen die leerde fietsen in Amsterdam.

    So that's the story of Jan, the boy who learned to ride a bike in Amsterdam.

  • Hij viel veel, maar gaf nooit op.

    He fell a lot, but never gave up.

  • Hij had hulp van zijn vrienden nodig, maar uiteindelijk bereikte hij zijn doel.

    He needed help from his friends, but in the end, he achieved his goal.

  • En dat is wat echt telt.

    And that's what truly matters.