FluentFiction - Dutch

The Amsterdam Domino Effect: A Day of Adventure in the Sunny Streets

FluentFiction - Dutch

16m 50sJanuary 1, 2024

The Amsterdam Domino Effect: A Day of Adventure in the Sunny Streets

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het was een heldere dag in Amsterdam.

    It was a clear day in Amsterdam.

  • Felle zonnestralen kaatsten op de klinkers van de Dam.

    Bright rays of sunshine bounced off the cobblestones of Dam Square.

  • Jeroen, Anneke en Pieter liepen over de brug.

    Jeroen, Anneke, and Pieter were walking across the bridge.

  • Anneke had een rode jurk aan.

    Anneke was wearing a red dress.

  • Jeroen droeg zijn typische blauwe jeans.

    Jeroen sported his typical blue jeans.

  • Pieter had een zwarte hoed op.

    Pieter had a black hat on.

  • In Amsterdam zijn er veel fietsen.

    In Amsterdam, there are many bicycles.

  • Ze stonden netjes geparkeerd voor het café "De Zilveren Roos".

    They were neatly parked in front of the café "De Zilveren Roos."

  • Jeroen wilde even uitrusten.

    Jeroen wanted to take a break.

  • Hij zag een fietsenrek en een fiets met een comfortabel uitziend zadel.

    He saw a bike rack and a bike with a comfortably looking seat.

  • Hij besloot daar op te gaan zitten.

    He decided to sit on it.

  • Maar Jeroen vergat iets.

    But Jeroen forgot something.

  • Fietsen in Amsterdam staan altijd dicht bij elkaar.

    Bicycles in Amsterdam are always close together.

  • Ze zijn als dominostenen, als één valt, vallen ze allemaal.

    They are like dominoes, if one falls, they all fall.

  • En dat is precies wat er gebeurde.

    And that's exactly what happened.

  • Jeroen ging zitten op een fiets.

    Jeroen sat down on a bike.

  • De fiets wankelde.

    The bike wobbled.

  • En toen viel de ene fiets na de andere om.

    And then, one bike after another fell over.

  • Het gaf een luid geluid, als een waterval van metaal en rubber.

    It made a loud noise, like a waterfall of metal and rubber.

  • Iedereen in het café keek uit het raam.

    Everyone in the café looked out the window.

  • De ober stopte met het trekken van een biertje.

    The bartender stopped pulling a beer.

  • De barvrouw liet een kopje koffie vallen.

    The barmaid dropped a cup of coffee.

  • De serveerster liet een bord met een stapel pannenkoeken vallen.

    The waitress dropped a plate with a stack of pancakes.

  • Het was een heus spektakel.

    It was quite a spectacle.

  • Anneke en Pieter waren verbaasd.

    Anneke and Pieter were astonished.

  • Jeroen was beschaamd.

    Jeroen was embarrassed.

  • Maar hij wist wat hij moest doen.

    But he knew what he had to do.

  • Hij hielp om de fietsen terug te zetten.

    He helped put the bikes back in place.

  • Eén voor één, met Anneke en Pieter aan zijn zijde.

    One by one, with Anneke and Pieter by his side.

  • Het was hard werken, maar uiteindelijk stond elke fiets weer op zijn plek.

    It was hard work, but eventually, every bike was back in its place.

  • Jeroen zei sorry tegen de mensen van het café.

    Jeroen apologized to the people in the café.

  • Ook tegen de mensen van wie de fietsen waren.

    Also to the owners of the bikes.

  • Hij bood aan om voor de schade te betalen.

    He offered to pay for the damages.

  • Maar de mensen waren aardig.

    But the people were kind.

  • Ze wuifden het weg en lachten.

    They waved it off and laughed.

  • Ze noemden het "een echte Amsterdamse domino".

    They called it "a true Amsterdam domino effect."

  • Daarna gingen Jeroen, Anneke en Pieter naar het café.

    Afterwards, Jeroen, Anneke, and Pieter went into the café.

  • Ze bestelden warme chocolademelk.

    They ordered hot chocolate.

  • Het voelde goed om even te zitten, maar dit keer op de veilige stoelen van het café.

    It felt good to sit down, but this time on the safe chairs of the café.

  • Ze lachten om wat er was gebeurd.

    They laughed about what had happened.

  • Het was een avontuur dat ze nooit zouden vergeten, een avontuur in de zonnige straten van Amsterdam.

    It was an adventure they would never forget, an adventure in the sunny streets of Amsterdam.

  • En zo kwam er een eind aan de dag.

    And so, the day came to an end.

  • De zon ging onder en kleurde de lucht in tinten van sinaasappel en roze.

    The sun set and colored the sky in shades of orange and pink.

  • Samen gingen Jeroen, Anneke en Pieter naar huis.

    Jeroen, Anneke, and Pieter went home together.

  • Ze hadden veel geleerd.

    They had learned a lot.

  • Vooral Jeroen.

    Especially Jeroen.

  • Nu wist hij waar hij kon zitten.

    Now he knew where he could sit.

  • En vooral waar hij niet kon zitten.

    And especially where he couldn't.

  • En de fietsen?

    And the bikes?

  • Die stonden altijd spectaculair op hun plek.

    They always stood spectacularly in their place.

  • Ze waren de stille getuigen van een dag vol avontuur.

    They were the silent witnesses of a day full of adventure.

  • Vanaf die dag waren ze een herinnering aan die ene keer dat Jeroen de 'Amsterdamse domino' begon.

    From that day on, they were a reminder of the time when Jeroen started the 'Amsterdam domino effect'.

  • En dat is het prachtige aan Amsterdam.

    And that's the beauty of Amsterdam.

  • De stad leeft.

    The city lives.

  • De stad leert.

    The city learns.

  • En het mooiste van alles, de stad vergeet nooit.

    And best of all, the city never forgets.

  • En Jeroen, Anneke en Pieter ook niet.

    And neither do Jeroen, Anneke, and Pieter.