FluentFiction - Dutch

Lost in Amsterdam: A Memorable Day in a Labyrinth of Adventures

FluentFiction - Dutch

11m 06sJanuary 9, 2024

Lost in Amsterdam: A Memorable Day in a Labyrinth of Adventures

1x
0:000:00
View Mode:
  • Op een zonnige dag was Anna op weg in Amsterdam.

    On a sunny day, Anna was exploring Amsterdam.

  • Ze was net aangekomen met de trein.

    She had just arrived by train.

  • Ze had zoveel gehoord over deze mooie stad.

    She had heard so much about this beautiful city.

  • Nu was ze er echt.

    And now, she was finally here.

  • Amsterdam zat vol kleine straatjes.

    Amsterdam was full of narrow streets.

  • Net een doolhof, dacht Anna.

    It felt like a labyrinth to Anna.

  • Ze keek op haar kaart maar raakte toch verdwaald.

    She looked at her map but still managed to get lost.

  • Ze moest iets drinken.

    She needed something to drink.

  • Ze zag een deur.

    She spotted a door.

  • 'Café', stond er boven.

    "Café" was written above it.

  • Ze liep naar binnen.

    She walked inside.

  • Het was donker in het café.

    The café was dark.

  • Veel mensen zaten er.

    There were many people there.

  • Ze roken iets.

    Anna smelled something.

  • Iets vreemds.

    Something strange.

  • Ze keek naar de man achter de bar.

    She looked at the man behind the bar.

  • "Een koffie alstublieft", zei ze.

    "A coffee, please," she said.

  • De man keek raar.

    The man looked at her strangely.

  • Hij lachte.

    He laughed.

  • "Dit is geen gewoon café, dame", zei hij.

    "This is not an ordinary café, miss," he said.

  • Anna voelde zich dom.

    Anna felt foolish.

  • Ze werd rood.

    She blushed.

  • Ze wilde weglopen.

    She wanted to leave.

  • Maar weer was ze verdwaald.

    But, once again, she found herself lost.

  • Ze keek naar buiten.

    She looked outside.

  • Ze zag alleen maar warrige straten.

    All she saw were confusing streets.

  • Ze was bang.

    She was scared.

  • "Kan u me helpen?

    "Can you help me?"

  • ", vroeg ze de man.

    she asked the man.

  • Hij was aardig.

    He was kind.

  • "Natuurlijk", zei hij en wees haar de weg.

    "Of course," he said, and he showed her the way.

  • Anna liep weer buiten.

    Anna walked outside once again.

  • Ze voelde zich beter.

    She felt better.

  • Ze vond eindelijk de weg terug.

    She finally found her way back.

  • Amsterdam was dan misschien een doolhof.

    Amsterdam may have been like a maze.

  • Maar het was ook een plek vol vriendelijke mensen.

    But it was also a place filled with friendly people.

  • En ze wist nu waar ze geen koffie moet bestellen.

    And now, she knew not to order coffee there.

  • Anna ging weg met een glimlach.

    Anna left with a smile.

  • Het was een gekke dag geweest.

    It had been a strange day.

  • Maar ze zou het niet vergeten.

    But she wouldn't forget it.

  • Deze dag maakte haar reis naar Amsterdam speciaal.

    This day made her trip to Amsterdam special.