FluentFiction - Dutch

Biking in the Rain: Friends, Umbrellas, and Unbreakable Bonds

FluentFiction - Dutch

14m 00sJanuary 24, 2024

Biking in the Rain: Friends, Umbrellas, and Unbreakable Bonds

1x
0:000:00
View Mode:
  • In Amsterdam, de stad vol grachten, woonde Bram.

    In Amsterdam, the city of canals, lived Bram.

  • Hij was net als Lotte en Daan.

    He was just like Lotte and Daan.

  • Ze waren beste vrienden.

    They were best friends.

  • En Bram, die had een plan.

    And Bram, he had a plan.

  • Hij wou fietsen zonder nat te worden in de regen.

    He wanted to bike without getting wet in the rain.

  • Op een grijze ochtend ontmoetten ze in het Vondelpark.

    On a gray morning, they met in Vondelpark.

  • Bram zei, "Ik heb een idee.

    Bram said, "I have an idea."

  • " Lotte keek naar de donkere wolken.

    Lotte looked at the dark clouds.

  • Daan lachte.

    Daan laughed.

  • "Zonder nat te worden, Bram?

    "Without getting wet, Bram?"

  • " vroeg hij.

    he asked.

  • "Ja, zonder nat te worden!

    "Yes, without getting wet!"

  • " zei Bram met een lach.

    Bram said with a laugh.

  • Toen gingen ze naar Bram's schuur.

    Then they went to Bram's shed.

  • Ze vonden oude paraplu's.

    They found old umbrellas.

  • Ze plakten ze aan hun fietsen.

    They attached them to their bikes.

  • Ze lachten en werkten hard.

    They laughed and worked hard.

  • Uren gingen voorbij, maar ze waren tevreden.

    Hours went by, but they were satisfied.

  • De fietsen waren klaar.

    The bikes were ready.

  • Toen begon het te regenen.

    Then it started to rain.

  • Het was hét moment om het te testen.

    It was the moment to test it.

  • Ze fietsten uit Bram's schuur.

    They biked out of Bram's shed.

  • Ze waren allemaal opgewonden.

    They were all excited.

  • Bram ging voorop, dan Lotte en Daan kwam het laatst.

    Bram went first, then Lotte, and Daan came last.

  • Regendruppels vielen maar ze bleven droog.

    Raindrops fell, but they stayed dry.

  • Ze fietsten over de bruggen, door de nauwe straatjes, langs de grachten van Amsterdam.

    They biked over the bridges, through the narrow streets, along the canals of Amsterdam.

  • Het werd donkerder, de regen viel harder.

    It got darker, the rain fell harder.

  • Een grote windvlaag greep Daan’s paraplu, hij raakte uit balans.

    A strong gust of wind grabbed Daan's umbrella, he lost his balance.

  • Lotte gilde.

    Lotte screamed.

  • "Daan!

    "Daan!"

  • " riep ze.

    she called.

  • Maar Bram had snel gereageerd en ving hem op.

    But Bram quickly reacted and caught him.

  • Gelukkig was Daan niet gevallen.

    Luckily, Daan didn't fall.

  • "Dank je, Bram!

    "Thank you, Bram!"

  • " zei Daan terwijl hij weer op zijn fiets klom.

    said Daan as he climbed back on his bike.

  • Ze fietsten terug naar het park.

    They biked back to the park.

  • Ze waren koud en moe maar blij.

    They were cold and tired but happy.

  • want ze hadden in de regen gefietst en waren niet nat geworden.

    because they had biked in the rain and hadn't gotten wet.

  • Ze hebben het toch gehaald!

    They had made it after all!

  • Bram, Lotte en Daan gingen naar huis.

    Bram, Lotte, and Daan went home.

  • Ze waren trots.

    They were proud.

  • Ze wisten dat ze het opnieuw zouden proberen.

    They knew they would try again.

  • En ze wisten ook dat ze altijd op elkaar konden rekenen, zelfs in de regen.

    And they also knew they could always rely on each other, even in the rain.

  • Het was donker in de stad, maar hun vriendschap was als een licht dat altijd zou schijnen.

    It was dark in the city, but their friendship was like a light that would always shine.

  • Ze gaven elkaar een knuffel, zeiden welterusten en gingen ieder naar hun eigen huis.

    They hugged each other, said goodnight, and went to their own homes.

  • En de regen?

    And the rain?

  • Die hield hun nooit meer tegen.

    It would never hold them back again.

  • Ze wisten nu hoe ze samen konden fietsen zonder nat te worden.

    They now knew how to bike together without getting wet.

  • En ze wisten ook, wat er ook gebeurde, ze hadden altijd elkaar.

    And they knew, no matter what happened, they always had each other.