FluentFiction - Dutch

Cycling Adventure through Amsterdam's Canal Boat Parade

FluentFiction - Dutch

12m 27sFebruary 13, 2024

Cycling Adventure through Amsterdam's Canal Boat Parade

1x
0:000:00
View Mode:
  • De dag was mooi in Amsterdam.

    The day was beautiful in Amsterdam.

  • Dat was goed voor Maarten en Femke.

    That was good for Maarten and Femke.

  • Ze wilden fietsen.

    They wanted to go cycling.

  • Maar, er was iets grappigs aan de hand.

    But, something funny was happening.

  • Er was een grote rondvaartbootparade.

    There was a big canal boat parade.

  • Veel boten en veel mensen.

    Lots of boats and lots of people.

  • Maarten en Femke keken elkaar aan.

    Maarten and Femke looked at each other.

  • Ze lachten en pakten hun fietsen.

    They laughed and grabbed their bikes.

  • Hun vriend Lars woonde aan de andere kant van de stad.

    Their friend Lars lived on the other side of the city.

  • Ze wilden naar hem toe.

    They wanted to go to him.

  • Maar, de boten blokkeerden de weg.

    But, the boats were blocking the way.

  • Femke zei: "Laten we het proberen.

    Femke said, "Let's try it."

  • " Maarten knikte.

    Maarten nodded.

  • Hij was klaar voor een avontuur.

    He was ready for an adventure.

  • Ze fietsten langs de grachten.

    They cycled along the canals.

  • Ze zagen de boten van dichtbij.

    They saw the boats up close.

  • Er waren grote boten.

    There were big boats.

  • En er waren kleine boten.

    And there were small boats.

  • Er waren boten in alle kleuren.

    There were boats in all colors.

  • Ze reden langs de Herengracht en de Prinsengracht.

    They rode along the Herengracht and the Prinsengracht.

  • Ze zagen het Anne Frank Huis en de Westertoren.

    They saw the Anne Frank House and the Westertoren.

  • Ze moesten veel stoppen.

    They had to stop a lot.

  • Voor de boten.

    Because of the boats.

  • En voor de mensen.

    And because of the people.

  • Maar, ze vonden het niet erg.

    But, they didn't mind.

  • Het was een beetje als een spel.

    It was a bit like a game.

  • Soms was het eng.

    Sometimes it was scary.

  • Maar meestal was het leuk.

    But mostly it was fun.

  • Ze lachten veel.

    They laughed a lot.

  • En ze zwaaiden naar de mensen op de boten.

    And they waved to the people on the boats.

  • Na een lange tijd kwamen ze bij Lars.

    After a long time, they arrived at Lars'.

  • Hij stond in de deuropening en lachte.

    He was standing in the doorway, laughing.

  • "Hoe was jullie reis?

    "How was your journey?"

  • " vroeg hij.

    he asked.

  • Maarten en Femke lachten.

    Maarten and Femke laughed.

  • "Het was een groot avontuur," zeiden ze.

    "It was a great adventure," they said.

  • Ze vertelden Lars over de boten.

    They told Lars about the boats.

  • En over de mensen.

    And about the people.

  • Ze vertelden over de Herengracht en de Prinsengracht.

    They told him about the Herengracht and the Prinsengracht.

  • Over het Anne Frank Huis en de Westertoren.

    About the Anne Frank House and the Westertoren.

  • Lars luisterde en lachte.

    Lars listened and laughed.

  • En toen zei hij: "Dat is Amsterdam.

    And then he said, "That's Amsterdam."

  • " Maarten, Femke en Lars gingen binnen.

    Maarten, Femke, and Lars went inside.

  • Ze waren blij.

    They were happy.

  • Ze waren moe.

    They were tired.

  • Maar ze wisten het zeker: Amsterdam was prachtig.

    But they knew for sure: Amsterdam was beautiful.

  • Ook met een rondvaartbootparade.

    Even with a canal boat parade.