FluentFiction - Dutch

Amsterdam's Surprises: A Lesson in Kindness

FluentFiction - Dutch

14m 15sFebruary 15, 2024

Amsterdam's Surprises: A Lesson in Kindness

1x
0:000:00
View Mode:
  • De zon hangt laag boven Amsterdam, de nacht staat op het punt om te vallen.

    The sun hangs low above Amsterdam, the night is about to fall.

  • De lucht is nog zwaar van de geur van vers asfalt en natte straatstenen na een zware regenbui.

    The air is still heavy with the smell of fresh asphalt and wet cobblestones after a heavy rain shower.

  • Op zijn knalrode Gazelle fietst Jan langs het verlichte kanaal.

    Jan is riding his bright red Gazelle bike along the illuminated canal.

  • De lichten twinkelen in het kalme water.

    The lights twinkle in the calm water.

  • Dat is Amsterdam, denkt Jan, het mooiste aan het einde van de dag.

    That's Amsterdam, Jan thinks, the most beautiful at the end of the day.

  • Plots hoort Jan een motor.

    Suddenly, Jan hears a motor.

  • Het is een boot.

    It's a boat.

  • Snel en luid.

    Fast and loud.

  • Jan fietst langs de rand van het kanaal.

    Jan is cycling along the edge of the canal.

  • De boot vliegt voorbij.

    The boat zooms past.

  • Met één grote golf klotst water over de kanaalrand.

    With one big wave, water splashes over the canal edge.

  • Jan kijkt verbijsterd naar de waterdruppels op zijn kleren.

    Jan looks amazed at the water droplets on his clothes.

  • Nog geen tijd om te schrikken of.

    No time to be frightened or...

  • Plotseling slipt Jan's achterwiel op de natte keien.

    Suddenly, Jan's rear wheel skids on the wet cobblestones.

  • Met een kreet belandt hij in het ijskoude kanaal!

    With a scream, he falls into the icy cold canal!

  • Zijn fiets glijdt met hem het water in.

    His bike slides into the water with him.

  • Spat.

    Splash.

  • Plons.

    Plunge.

  • Duisternis.

    Darkness.

  • Het water is koud, bitterkoud.

    The water is cold, bitterly cold.

  • Jan zwemt naar de oppervlakte.

    Jan swims to the surface.

  • Zijn fiets is nergens te zien.

    His bike is nowhere to be seen.

  • Jan zwemt naar de kanaalrand.

    Jan swims to the canal edge.

  • Hij trekt zichzelf eruit, trillend en koud.

    He pulls himself out, trembling and cold.

  • Maar hij is veilig.

    But he is safe.

  • Zijn fiets is nog in het kanaal.

    His bike is still in the canal.

  • Hij kan niet terug.

    He can't go back.

  • Jan loopt naar huis, druipend en zonder zijn geliefde fiets.

    Jan walks home, dripping wet and without his beloved bike.

  • Hij voelt zich boos en verdrietig.

    He feels angry and sad.

  • Die boot heeft zijn dag verpest!

    That boat ruined his day!

  • De volgende ochtend komt de zon weer op over Amsterdam.

    The next morning, the sun rises over Amsterdam again.

  • Jan ontwaakt vroeg.

    Jan wakes up early.

  • Hij zit aan het ontbijt, maar ziet er moe uit.

    He sits at breakfast, but looks tired.

  • Zijn moeder geeft hem een krant.

    His mother hands him a newspaper.

  • "Kijk Jan," zegt ze, "Ze hebben gisteren een fiets uit het kanaal gevist.

    "Look, Jan," she says, "Yesterday they fished a bike out of the canal.

  • De fiets is terug bij de eigenaar gebracht.

    The bike has been returned to its owner."

  • "Jan kijkt naar de krant.

    Jan looks at the newspaper.

  • Niet zijn naam, maar zijn fiets staat erin.

    Not his name, but his bike is mentioned.

  • "Eigenaar verliest fiets in kanaal, goede Samaritaan vist het op," leest hij.

    "Owner loses bike in canal, good Samaritan fishes it out," he reads.

  • Met een brede glimlach straalt Jan's gezicht.

    With a broad smile, Jan's face lights up.

  • Zijn dagelijks fietsritje wordt weer een realiteit.

    His daily bike ride becomes a reality again.

  • Ondanks de narigheid die de boot veroorzaakte, heeft iemand zijn dag weer gemaakt.

    Despite the trouble that the boat caused, someone has made his day again.

  • Jan leert een waardevolle les.

    Jan learns a valuable lesson.

  • Soms kan er iets slechts gebeuren.

    Sometimes something bad can happen.

  • Maar er zijn altijd mensen die je helpen.

    But there are always people who help you.

  • Die maken de wereld beter.

    They make the world better.

  • Zoals Amsterdam, altijd mooi na de regen.

    Like Amsterdam, always beautiful after the rain.

  • Het is een stad vol verrassingen.

    It is a city full of surprises.