FluentFiction - Dutch

Finding Love: A Valentine's Wish from Amsterdam's Orphanage

FluentFiction - Dutch

14m 56sFebruary 13, 2025

Finding Love: A Valentine's Wish from Amsterdam's Orphanage

1x
0:000:00
View Mode:
  • Het was een koude winterdag in Amsterdam.

    It was a cold winter day in Amsterdam.

  • Sneeuw bedekte de ramen van het weeshuis en binnen was het warm en levendig.

    Snow covered the windows of the orphanage, and inside it was warm and lively.

  • De kinderen maakten Valentijnsdecoraties.

    The children were making Valentine's decorations.

  • De geur van koekjes vulde de lucht.

    The scent of cookies filled the air.

  • Iedereen lachte en speelde.

    Everyone was laughing and playing.

  • Maarten, een tienjarige jongen met grote blauwe ogen en een nieuwsgierige blik, keek door het raam naar buiten.

    Maarten, a ten-year-old boy with big blue eyes and a curious look, gazed outside through the window.

  • Hij zag andere kinderen met hun ouders bloedrode rozen en ballonnen in de straten geven.

    He saw other children giving bright red roses and balloons to their parents in the streets.

  • Maarten had maar één wens: een familie die van hem houdt.

    Maarten had only one wish: a family that loves him.

  • Deze Valentijnsdag was anders.

    This Valentine's Day was different.

  • Sofie en Jeroen, een vriendelijk uitziend stel, zouden het weeshuis bezoeken.

    Sofie and Jeroen, a kind-looking couple, were going to visit the orphanage.

  • Maarten hoorde van de andere kinderen dat zij misschien een kind zouden adopteren.

    Maarten heard from the other children that they might adopt a child.

  • Zijn hart klopte sneller.

    His heart beat faster.

  • Hij wilde graag dat ze hem zouden kiezen.

    He hoped they would choose him.

  • Maarten voelde zich echter onzeker.

    However, Maarten felt uncertain.

  • Hoe kon hij opvallen tussen alle andere kinderen?

    How could he stand out among all the other children?

  • Hij dacht na en besloot iets speciaals te doen.

    He thought about it and decided to do something special.

  • Hij pakte wat papier en stiften en begon een Valentijnskaart te maken.

    He grabbed some paper and markers and began making a Valentine's card.

  • Hij tekende een groot rood hart en schreef voorzichtig: "Lieve Sofie en Jeroen, ik wens een familie als jullie."

    He drew a big red heart and carefully wrote: "Dear Sofie and Jeroen, I wish for a family like you."

  • Het moment van de waarheid kwam snel.

    The moment of truth came quickly.

  • Sofie en Jeroen liepen door het weeshuis, stoppend bij elke groep kinderen.

    Sofie and Jeroen walked through the orphanage, stopping at each group of children.

  • Ze lachten en praatten, maar Maarten durfde niet op hen af te stappen.

    They laughed and talked, but Maarten didn't dare approach them.

  • De angst voor afwijzing hield hem in zijn schulp.

    The fear of rejection kept him in his shell.

  • Uiteindelijk pakte Maarten zijn moed bij elkaar en liep naar hen toe.

    Finally, Maarten gathered his courage and walked over to them.

  • Met een trillerige stem zei hij: "Deze is voor jullie."

    With a shaky voice, he said, "This is for you."

  • Hij gaf hen de kaart.

    He handed them the card.

  • Sofie en Jeroen namen de kaart aan en keken ernaar.

    Sofie and Jeroen took the card and looked at it.

  • Hun ogen vulden zich met tranen van ontroering.

    Their eyes filled with tears of emotion.

  • "Dank je, Maarten," zei Sofie zacht.

    "Thank you, Maarten," Sofie said softly.

  • Jeroen legde een hand op Maartens schouder.

    Jeroen placed a hand on Maarten's shoulder.

  • "Deze kaart betekent veel voor ons," voegde hij eraan toe.

    "This card means a lot to us," he added.

  • Maarten voelde een warme gloed in zijn hart.

    Maarten felt a warm glow in his heart.

  • Misschien, heel misschien, was er een kans op een familie.

    Maybe, just maybe, there was a chance for a family.

  • Sofie en Jeroen beloofden hem vaker te bezoeken.

    Sofie and Jeroen promised to visit him more often.

  • Maarten glimlachte, een glimlach die zijn hele gezicht verwarmde.

    Maarten smiled, a smile that warmed his entire face.

  • Die avond, terwijl de sneeuw buiten bleef vallen, lag Maarten in bed en dacht aan de dag.

    That evening, while the snow continued to fall outside, Maarten lay in bed thinking about the day.

  • Hij voelde zich blij en vol hoop.

    He felt happy and full of hope.

  • Hij begreep nu dat eerlijkheid en liefde mogelijkheden konden openen.

    He now understood that honesty and love could open up possibilities.

  • En met die gedachte viel hij in een diepe, rustige slaap, dromend van een warme toekomst vol liefde.

    And with that thought, he fell into a deep, peaceful sleep, dreaming of a warm future full of love.